Grootlicht gloeilamp voor koplampen: vaak voorkomende defecten en hun tekenen

1. Uitbranden van het wolfraamdraad
   • Het component reageert niet meer als u het vanuit de cabine aanzet.
   • Het lampje is donker geworden van binnen.
   • Het boordcomputer geeft aan dat het component kapot is.
2. Onderbreking van contact in de houder
   • Het lampje gaat niet aan als u de verlichting aan doet.
   • Het licht van de lamp wordt dim.
   • De lamp knippert, bijvoorbeeld, als u over obstakels rijdt.

Hoe vervangt u het gloeilampje van het grootlicht?

Denk eraan dat in sommige gevallen, een probleem met de verlichting niet komt door een kapot lampje, maar daar een uitgebrande zekering. Als lampjes van markeringslichten, lampjes van stopsignalen en lampjes van de richtingaanwijzers op hetzelfde moment uitbranden als de lampjes van het grootlicht, dan is de zekering de oorzaak.

Als de oorzaak van het defect slecht contact tussen de houder van het lampje en het lampje is, moet u het component verwijderen en de geoxideerde contacten schoonmaken. Het knijpen in de wanden van het lampje kan helpen als het lampje niet goed aansluit.

Als controle uitwijst dat het lampje zelf defect is, moet het vervangen worden. Over het algemeen gaat een standaard gloeilampje 500 – 1000 uur mee, en een halogeenlampje is duurzamer, de limiet van de levensduur is 2000 – 4000 uur. Soms kan het onderdeel eerder kapot gaan, en dan moet het vervangen worden.

Het proces van vervanging is vrij simpel, en er zijn maar een paar acties nodig:

1. Verwijder het rubberen kapje van de oppervlakte van de voorlichten, om bij de houder van het lampje te komen.
2. Ontkoppel de draadconnector uit de outlet van het lampje.
3. Maak de klem los die het component vastzet en trek het naar de zijkant.
4. Verwijder het defecte onderdeel.
5. Installeer een nieuw onderdeel. Denk eraan dat u een halogeenlampje niet met uw blote handen vast kunt houden. Anders blijven er olievlekken op de buitenkant van het lampje zitten, wat ervoor zorgt dat het lampje op bepaalde plaatsen heet wordt, en dat het component voortijdig kapot gaat.
6. Verbind de draadconnector en sluit het beschermende kapje.
7. Pas de afstelling van de voorlichten aan.

Het is aanbevolen om de lampjes aan beide zijde van de auto tegelijkertijd te vervangen, omdat de intensiteit en de kleurtemperatuur anders verschilt, zodat u de auto minder comfortabel kunt bedienen. Als dit geen mogelijkheid is, moet u een component van dezelfde fabrikant kiezen voor beide zijden.

Denk eraan dat het vervangingsproces voor verscheidene auto’s anders kan zijn. U moet bijvoorbeeld bij sommige auto’s de accu ontkoppelen om bij het component te kunnen komen, en bij andere auto’s doet u dit via de wielkast. Daarom moet u eerst in de technische documentatie van uw auto kijken.

Schakel de ontsteking uit alvorens de onderhoudswerken te starten.
Ontkoppel de kabel van de negatieve pool van de batterij.
Het is noodzakelijk om propere handschoenen te gebruiken om de lampen aan te raken, aangezien vetvlekken op het omhulsel ervoor zorgen dat deze verduisteren tijdens het opwarmen.

Soorten en gemiddelde levensduur:

1. Volgens inhoud omhulsel:
   • halogeen – 2000-4000 uren verlichting;
   • vacuüm – ongeveer 1000 uren.
2. Volgens type afsluiting:
   • flens;
   • bajonet;
   • buisvormig;
   • zonder afsluiting;
   • met plastic dop.
3. Volgens aantal gloeidraden:
   • enkele gloeidraad;
   • dubbele gloeidraad.